Oliver Sacks heeft een goed gevoel voor publiciteit. Al in het begin van zijn neurologische carrière stuurde hij beschrijvingen van zijn werk naar de New York Times. Zijn Awakenings uit 1973, dat het "ontwaken" met L-dopa van overlevenden van de grote slaapziekte uit de jaren twintig beschrijft, maakte hem één van bekendste neurologen ter wereld, een bekendheid die nog een flinke boost kreeg door "The man who mistook his wife for a hat". Van dit boek is inmiddels zelfs een kameropera gemaakt. Sacks' populariteit stijgt nog steeds. Aan het tromgeroffel in de media te horen, vindt men tegenwoordig zelfs het verschijnen van een Nederlandse vertaling van het inmiddels vijftien jaar oude Awakenings al een belangrijke gebeurtenis.G.J.C. Lokhorst. Recensie van O. Sacks, Ontwaken in verbijstering. NRC Handelsblad, Zaterdags Boekenbijvoegsel, p. 3, February 20, 1988. ISSN 0002-5259.
Oliver Sacks beoefent het genre van de "romantische neurologie", een vorm van medische literatuur die is uitgevonden door Alexander Luria. De romantische neurologie moet een tegenwicht bieden tegen de streng-wetenschappelijke, kille neurologie, "waarin al het menselijke, al het levende wordt vermalen, verpulverd, gefragmenteerd, gekwantificeerd of op andere wijze doodgeanalyseerd" (Sacks). Ze heeft niet alleen aandacht voor de klinische feiten, maar ook voor de betekenis die een neurologische ziekte voor een patiënt heeft. Het ziekteverloop wordt "van binnenuit" beschreven in persoonlijke, navoelbare boeken die zich laten lezen als romans. De vergelijking met literatuur stamt van Luria zelf: hij werd geïnspireerd door Walter Horatio Paters Imaginary portraits uit 1887.
De romantische neurologie kent slechts twee klassieken, die vreemd genoeg wèl in het Nederlands zijn verfilmd (door Erik van Zuylen in Zjoek) maar nooit vertaald: Luria's The mind of a mnemonist en The man with a shattered world. Sacks' navolging van deze voorbeelden ligt er soms dik op: "Op mijn tafel lagen een paar oude, vergeelde aantekeningen waaruit ik dit verslag samenstelde", zo begon Luria zijn beschrijving van het geheugenwonder. "Hun dossiers, hun brieven liggen hier voor me terwijl ik dit schrijf" is de echo in het voorwoord van Sacks. Voor wie de boeken van Luria kent zal Ontwaken in verbijstering ronduit teleurstellend zijn.
Het begint al met de beschrijving van de ziekte waar het om draait, de grote slaapziekte, encephalitis lethargica, uit de jaren twintig (een virusziekte die niet verward moet worden met de parasitaire slaapziekte die in Afrika woedt). Sacks rept met geen woord over de veel belangrijker epidemie waar deze slaapziekte slechts een complicatie van was: de Spaanse Griep van 1918, de grootste epidemie die de wereld de laatste vijf eeuwen heeft getroffen, die vijf miljoen slachtoffers méér maakte dan de eerste wereldoorlog.
Vervolgens komen de beschrijvingen van de patiënten na hun aanval van de slaapziekte. Ze kregen symptomen die op de ziekte van Parkinson leken: stijfheid, traagheid en logheid gecombineerd met onwillekeurige, ritmische bewegingen, rusteloosheid en tics. In de loop van de jaren werd dit vaak erger; het kwam wel voor dat de patiënten zo passief werden dat ze de hele dag bleven zitten of liggen en opgenomen moesten worden in verpleegtehuizen. Maar de situatie werd lang niet altijd zo ernstig, en als het zo ver kwam, gingen daar eerst vaak tientallen jaren overheen. Het geeft geen pas om te zeggen, zoals Sacks doet, dat de patiënten continu in een schemertoestand leefden tussen waken en slapen in. Ze vonden de gebeurtenissen in de wereld die aan hen voorbijtrokken "niet werkelijk"; maar hoeveel normale mensen hebben daar ook geen last van? Sacks geeft absoluut geen idee van wat er werkelijk in deze mensen omging, en daarom is het ook de vraag in hoeverre ze "ontwaakten". Misschien werden de patiënten alleen maar wat minder suf en motorisch beter door de behandeling met L-dopa en veranderde er weinig in hun gedachtenleven. Dit is ook de indruk die men krijgt uit de televisie-documentaire Awakenings, die in 1973 is gemaakt. De verschillen vóór en na L-dopa zijn minder dramatisch dan we uit Sacks' proza mogen afleiden; de vergelijkingen met Doornroosje, Rip van Winkle en Buck Rogers, die vaak worden gemaakt, zijn sterk overdreven. In de film ziet men vaak niet meer dan een aantal aandoenlijke oude mensen, die nauwelijks verstaanbaar zitten te mompelen; verwonderd vraagt men zich af waar Sacks zijn bloemrijke beschrijvingen vandaan heeft gehaald.
Het lijkt er ook op dat Sacks niet zo'n grote belangstelling heeft voor de mensen die hij beschrijft als Luria. Tekenend is dat één van zijn patiënten een dikke autobiografie heeft geschreven, waaruit Sacks geen enkele keer citeert--iets dat Luria, wiens boeken doorspekt zijn met citaten, nooit zou hebben nagelaten. Tegen het boek is verder in te brengen dat het een enorme chaos is geworden doordat het na zijn eerste verschijning (1973) bij iedere volgende druk is uitgebreid met voorwoorden, toevoegingen en noten. We moeten onophoudelijk van voren naar achteren bladeren om de levensgeschiedenissen chronologisch te kunnen volgen. In de wanorde valt het zelfs nauwelijks op dat zeven van de twintig beschreven patiënten de slaapziekte helemaal niet hebben gehad! Dit is zo goed verborgen dat we bijna van misleiding kunnen spreken. Het boek zou eens goed geredigeerd en ingekort moeten worden.
We kunnen veel sympathie opbrengen voor Sacks, die zich verwant voelt met de negentiende-eeuwse zenuwartsen, die hun hele leven lang in de inrichting woonden, hun patiënten als mensen kenden, en hun aandoeningen in warm, liefdevol en mooi proza beschreven. De tegenwoordige neurologen zijn heel wat "wereldser" en hiervoor weinig geporteerd. Zij hebben dan ook met een ijzig stilzwijgen gereageerd op zijn "onwetenschappelijke" onderneming om de zaken met de blik van een romancier te bekijken. We mochten willen dat alle neurologen zo menselijk waren als Sacks. Maar een aangenaam karakter is helaas nog geen garantie voor een bevredigend boek.
Previous | Up | Next
gjclokhorst@gmail.com || July 17, 2015 || HTML 4.01 Strict