Rotterdam 06/10/97 Geen lichaamsdeel is zo mysterieus als onze hersenen. Over die tweeëneenhalf pond zenuwweefsel--roerloos liggend in onze hersenpan--is relatief nog weinig bekend, terwijl al onze gedachten, herinneringen en gevoelens toch juist daar worden ontwikkeld. Wetenschappers maken wel snel vorderingen in het hersenonderzoek. Met enige goede wil mag verwacht worden dat in een verre toekomst met een blik op de hersenen de gedachten van de bij die massa horende mens gelezen kan worden.Wessel Penning. De hersenen, een wonderlijk stuk menselijk lichaam (interview met G.J.C. Lokhorst). Rotterdams Dagblad, October 6, 1997. Also in: Utrechts Nieuwsblad, October 6, 1997, Gooi- en Eemlander, October 6, 1997, Leeuwarder Courant, October 7, 1997, Arnhemse Courant, October 7, 1997.
Vooruitlopend op een debat over hersenen en bewustzijn, morgenmiddag vanaf vier uur op de Erasmus Universiteit, praat de Rotterdamse filosoof dr. Gert-Jan Lokhorst honderduit over een wonderlijk stuk menselijk lichaam, dat ongekende mogelijkheden en maar een enkele onmogelijkheid kent. ,,Nu al weten we dat je een gedachte nooit zal kunnen vastpakken, als ware het een zak knikkers. De gedachte blijft voor altijd in de hersenen zweven."
,,Of ik hersenen weleens heb aangeraakt? Met mijn handen, bedoelt u?" Lokhorst is duidelijk verrast over de gestelde vraag. ,,Goh...," mompelt hij. En hij denkt na.
Dan: ,,Ja. Ik heb weleens wat hersenen van een kalf aangeraakt. Anders dan je zou verwachten, voelde dat niet als slappe gelei, maar als een stevige substantie. Een flink brok, dat was het."
Hij vertelt het enthousiast. Vond dat contact met de hersenen een sensatie. En legt uit waarom. ,,Hersenen fascineren me. Al onze gemoedstoestanden komen uit de hersenen. De blijdschap, de woede, het ongeluk. Onze samenlevingen zijn in onze hersenen geboren. Onze uitvindingen, onze cultuur ook. Ons hele bewustzijn wordt geactiveerd door die honderd miljard hersencellen, die langs ingewikkelde lijnen contact met elkaar hebben. Stel je voor: Per persoon honderd miljard cellen en dan nog die verbindingen. Dat moet een enorme kakofonie zijn. Het is het meest complexe orgaan. Maar 't werkt wel!"
Lokhorst is filosoof, werkzaam op de faculteit Wijsbegeerte van de Erasmus Universiteit, en voltooide al eens een studie geneeskunde. Toen al had de neurologie zijn warme belangstelling. Als filosoof heeft de hersenpan hem vooral gegrepen omdat die de ziel bevat, het wezen van de mens. In figuurlijke zin natuurlijk.
,,Vroeger dacht de mens dat de ziel zich ergens middenin de hersenpan bevond," vertelt Lokhorst. En hij wandelt naar een tekening, die op de muur van zijn werkkamer is geprikt. ,,Hier, zo ongeveer. En die ziel zou dan door allerlei draadjes in verbinding staan met de hersenen." Een vinger tikt op een velletje, waarop het menselijk hoofd met hersenen en al zichtbaar is. De functies staan erbij aangeven. De deeltjes voor de emotie, de motoriek, de reuk, de spraak, het gehoor en de tast.
Met luide stem: ,,Maar in die vorm bestaat de ziel niet. De hersenen als geheel, dát is de ziel. De ziel is niet los te zien van het lichaam." Het is hier dus nog eens gezegd. Met de dood van de mens sterft zijn ziel--hoe stuitend dat gegeven ook is voor de godsdienstigen op deze aardbol.
De hersenen zijn ons alles, vindt Lokhorst. Ze werken dag in dag uit op volle toeren. ,,Per dag sterven duizenden cellen af. Valt niet tegen te houden, ook al leef je gezond, jog je en eet je veel sla. Maar je kan wel wat van die cellen missen. Je hebt er zoveel en kunt ze gebruiken zoveel je wilt. Van hard denken slijten ze echt niet. Er is zelfs een theorie dat het goed voor je hersenen is. Je geeft ze dan geen kans te verslappen."
,,Ze kunnen wel op hol slaan. Door een hersenschudding bijvoorbeeld. Of doordat je teveel koffie drinkt. Dan worden die miljarden cellen hyperactief en kun je niet meer denken. Staat alles in je kop te zoemen."
De werking legt hij uit aan de hand van een voorbeeld. Het uitgangspunt is, op verzoek, dat van een voetbalsupporter, die tot zijn ontzetting ziet dat de tegenpartij een doelpunt maakt. De hersenactiviteiten op een rij:
,,Het doelpunt valt en het zenuwstelsel reageert binnen een tiende van een seconde. Het doelpunt wordt waargenomen. Weer een fractie van een seconde later geven de hersenen door dat dit vervelende gevolgen heeft en dat weer niet gewonnen zal worden. Vervolgens gaan de cellen in lagere hersengedeelten aan het werk en wordt de emotie, het verdriet, opgewekt. Een mum van tijd later reageert het lichaam. Dat uit zich bij iedereen verschillend. De een barst in tranen uit, de ander slaat de boel kort en klein."
,,Die gemoedstoestand kan zo weer veranderen hoor. Door een prettige gebeurtenis kan de stemming direct weer omslaan. Al zullen, in dit geval, de voetbalfans nog wel even geobsedeerd blijven door de tegenslag voor hun favoriete team." Hij schatert het uit.
Lokhorst filosofeert graag wat verder over de wondere wereld der hersenen. ,,Hoe komt het bijvoorbeeld dat we bij het naar buiten kijken ons direct realiseren dat die boom groen is." En wie weet, zegt hij, wordt het ooit mogelijk om, na een simpele scan van iemands hersenpan, gedachten af te tappen. ,,Je zou bewegingen kunnen signaleren en zo kunnen uitvissen waaraan iemand denkt. Niet in detail, maar in grote lijnen. Als iemand bijvoorbeeld aan zijn grootmoeder denkt, zou je kunnen zien dat hij op dat moment een oudere vrouw in zijn hoofd heeft."
Er is al veel mogelijk. Tijdens dierproeven zijn met kleine stroomstootjes al eens bepaalde hersencellen geactiveerd en de techniek kan zelfs al zichtbaar maken welk hersengedeelte actief is en welk niet. Lokhorst vertrouwt op de verdere voortgang van het hersenonderzoek, dat in de afgelopen decennia al zo'n vlucht heeft genomen, en vindt dat nú werk aan de winkel is voor filosofen.
In dat kader past het debat van morgenmiddag tussen de Utrechtse bioloog prof. dr. W. van de Grind en Lokhorst zelf. Als geïnteresseerd filosoof denkt hij aanvullend denkwerk te kunnen verrichten voor diegenen die het werkelijke onderzoekswerk verrichten. ,,Van de Grind is bezig met allerlei testen op apen en katten en kijkt hoe de verschillende delen van de hersenen reageren. Die kan zich niet ook nog eens bezig gaan houden met de daadwerkelijke gevolgen van zijn vondsten. Daar zijn de filosofen juist weer voor."
Een constant gevoel van blijde verwachting, van vertrouwen in de vooruitgang--,,zodat ooit écht duidelijk wordt wat voor wezens we zijn"--heeft al lang geleden bezit van hem genomen. Lokhorst is zich echter ook bewust van de onmogelijkheden. ,,We kunnen nu al wel stellen dat je een gedachte nooit zal kunnen vastpakken, als ware het een zak knikkers. De gedachte wordt nooit tastbaar, maar blijft voor altijd in de hersenen zweven."
Het komt er met enige spijt uit.
© Rotterdams Dagblad, 1997 Niets uit deze uitgave mag gepubliceerd worden in welke vorm dan ook.
Previous | Up | Next
gjclokhorst@gmail.com || July 17, 2015 || HTML 4.01 Strict