Al langer kan veel kritiek gehoord worden op het medische wonder dat dankzij schaalvergroting en technologie op een dood spoor zou zijn. Bij de medische faculteit blijkt dat uit het onderwijsprogramma van sommige docenten, die veel neer belang hechten aan de sociale en intermenselijke aspecten van ziekten en genezing. Een opvallend voorbeeld levert de pathologie, en met name de groep rond prof. Marco de Vries, die zeer aansluit bij Gestalt en een humanistieke geneeskunst van de grond tracht te krijgen. Vanuit de collegebanken schrijft Gert-Jan Lokhorst erover.G.J.C. Lokhorst. Humanistieke geneeskunde. Quod Novum, 11 (18): 7, January 25, 1978. ISSN 0166-5065.
In medisch-technisch opzicht heeft de geneeskunde in de laatste decennia een spectaculaire groei doorgemaakt, maar het lijkt erop alsof er in een bijna nog hoger tempo een wijd verbreid gevoel van onbehagen is opgekomen over de gezondheidszorg. De klachten over een slechte verstandhouding met behandelende artsen worden steeds talrijker, de belangstelling voor alternatieve geneeswijzen neemt toe en studenten beginnen in toenemende mate een "relevante geneeskunde" te eisen. Ook maakt men zich bezorgd over de kostenstijging van de gezondheidszorg, die misschien voor een belangrijk deel te danken is aan een niet weloverwogen gebruik van de medische voorzieningen. Zo worden de steeds toenemende uitgaven aan specialistische hulp besteed aan steeds meer mensen in de laatste maanden of jaren voor hun dood, zonder dat daardoor de levensverwachting toeneemt of de laatst dagen van hen draaglijker worden gemaakt.
In antwoord hierop is de "humanistieke geneeskunde" ontstaan. Dit is een uit Amerika overgewaaide nieuwe stroming in de gezondheidszorg, die de oorzaak van de bovenstaande zorgwekkende ontwikkeling ziet in dehumaniserende tendensen in de moderne geneeskunde. Volgens haar is dehumanisering een trek die eigen is aan het huidige medische denken. De arts heeft geen oog voor de patiënt als mens, maar slechts oog voor de patiënt als drager van ziekte x. De zieke is niet meer dan representant van een bepaalde ziekte, en het gaat de arts erom het individuele patroon van verschijnselen van een patiënt onder te brengen in een algemene categorie; als dit gelukt is kan de zieke te horen krijgen "wat hij heeft" en kan de arts zijn hele arsenaal van technologische middelen op de ziekte loslaten.
De humanistieke geneeskunde verzet zich tegen deze onpersoonlijke, generaliserende benadering van de zieke mens. Zij ziet er een ontkenning van zijn individualiteit in, die de meest onaangename consequenties heeft voor zowel de individuele mens als de gemeenschap. Zonder dat de humanistieke geneeskunde afstand wil doen van de successen van de medische technologie, wil zij de eenzijdigheid van een geneeskunde die haar technische verworvenheden rücksichtslos toepast en de horizon heeft vernauwd tot het lichamelijke aspekt van het ziek zijn opheffen. Het lichamelijk aspekt van het ziek-zijn moet in een ruimer verband worden geplaatst en de aandacht moet ook gericht worden op de gevoelens, gedachten, biografie en sociale bijzonderheden van het individu. Vooral bij de steeds belangrijker wordende psychosomatische ziekten treedt duidelijk naar voren dat de zieke mens een geheel is en dat ziekte niet iets is dat losstaat van de persoon die eraan lijdt, maar iets dat een wezenlijk deel van hem uitmaakt. En dit geldt niet alleen voor psychosomatische klachten, maar ook voor zaken als alcoholisme en kanker.
Eén van de belangrijkste doelstellingen van de humanistieke geneeskunde is dan ook de vervreemding van het eigen lichaam tegen te gaan en de patiënt zo te helpen, dat hij meer naar zichzelf kan worden terugverwezen. De traditionele geneeskunde heeft de mens de verantwoordelijkheid voor zijn gezondheid, ziek-zijn en genezing uit handen genomen. De humanistieke geneeskunde zoekt naar een betrokkenheid van de patiënt, zodat ziekte een mogelijkheid kan bieden voor persoonlijke groei. Volgens haar is er zoiets als een "gezonde manier om ziek te zijn."
De meeste idealen van de humanistieke geneeskunde zijn niet nieuw. Wat wel nieuw is, is dat zij niet alleen wijst op de mens in de patiënt, maar ook op de mens in de arts. Ook de arts is een geheel van geest, lichaam, gevoelens, intuïties en waarden waarvan bij zich bewust dient te zijn. Zoals de patiënt meer is dan zijn ziekte, dient de arts meer dan alleen zijn verstandelijke vermogens te cultiveren. Hij zal meer succes hebben bij het begrijpen van zijn patiënten wanneer hij zich van de genezende kracht bewust is die hij alleen al door het feit dat hij mens is heeft en bereid is als menselijk wezen een band met hen aan te gaan. Pas dan zal een behandeling of, beter nog, een begeleiding die in gezamenlijk overleg tot stand komt mogelijk worden. Pas dan zal de patiënt niet meer onmondig zijn maar zullen arts en zieke mens op gelijke voet staan en belden de verantwoordelijkheid dragen.
De arts zal dus grondig moeten veranderen. Hoewel de humanistieke geneeskunde een aantal drastische trainingen heeft ontworpen om dit te realiseren, zal het echter duidelijk zijn dat vooral de medische opleiding zal moeten worden gewijzigd. Aan de Medische Faculteit nu is men hiermee vooral in de basiscursus pathologie voor het kandidaatsexamen aan het experimenteren. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het zogenaamde "confluente onderwijsmodel." Dit is een vorm van onderwijs die niet alleen gericht is op het verstand en de kennis van de student, maar ook op zijn gevoelens, waarden, intuïtie enz. Getracht wordt, de gehele persoonlijkheid van de student in het onderwijs te betrekken en dus ook aandacht te hebben voor de eigen beleving van ziekte en gezondheid. Verder knoopt men zo veel mogelijk aan bij de interesses van de student en staat de zelfverantwoordelijkheid centraal. De student is verantwoordelijk voor het leerproces, en zal later verantwordelijk zijn voor de beslissingen die hij neemt; deze verantwoordelijkheid moet hij op zich leren nemen.
In de praktijk van het onderwijs heeft men aan deze idealen de volgende uitwerking gegeven. In de eerste drie weken van de tien weken durende cursus worden de basisprincipes van de pathologie in kleine groepjes besproken. Hierbij is iedere vraag die een student stelt een gewettigde vraag, zodat ook kwesties die in de leerboeken niet worden behandeld omdat ze niet tot de pathologie zouden behoren de aandacht krijgen die ze volgens de studenten verdienen. Een voorbeeld hiervan is de psychosomatische achtergrond van het hartinfarct, of de psychosociale aspecten van alcoholisme. Verder maakt men gebruik van rollenspelen om relationele vaardigheden te ontwikkelen en de bewustwording van eigen ideeën t.a.v. zichzelf, de medische professie en de arts-patiënt relatie te stimuleren. Ook problemen als pijn, dood en invaliditeit worden besproken.
De rest van de cursus is gewijd aan het werken in groepjes van zo'n 12 studenten onder leiding van twee student-mentoren. Het werk in de groepen is geconcentreerd op "projekten," die bestaan uit literatuurstudie, interviews met deskundigen en patiënten, e.d. In overeenstemming met de ideeën van het confluente onderwijs, wordt de keuze van de onderwerpen aan de studenten zelf overgelaten; zij zijn vrij zoveel aspekten van de ziekte in beschouwing te nemen als zij zelf willen. De twee projekten worden afgerond door een presentatie ten overstaan van o.a. een staflid. Om een voldoende kennis van de pathologie te waarborgen, wordt de cursus besloten met een tentamen.
Volgens de beheerder van Pathologie II, prof. De Vries, blijkt daaruit dat de bijzondere opzet van zijn cursus geen negatieve gevolgen heeft voor de kennis die de studenten opdoen.
Tot zover dit overzicht van de humanistieke geneeskunde. Hoe valt die nu bij de studenten?
De afdeling zelf meent dat de reakties van de studenten positief zijn. De indruk in de wandelgangen is gemengd. De meeste studenten voelen de feilen die De Vries en de zijnen aangeven wel aan; maar zij zijn toch vaak té zakelijk en rationeel ingesteld om een appel te doen op een "meer subjectieve, intuïtieve, artistieke en invoelende benadering." Ze weigeren om tegelijk met een poging tot verbetering de hele zachte boekensector van Jung tot Maslow binnen te halen. De Vries' idyllische systeem van aandacht, begrip en bewustwording lijkt hun bijna te mooi om waar te zijn. En een "geïntegreerde visie op de existentiële uniciteit van het menselijk in-de-wereld-zijn vanuit een holistisch-psychosynthetisch perspektief beschouwd"--ach, daar wordt de jongere generatie een beetje moe van.
Previous | Up | Next
gjclokhorst@gmail.com || July 17, 2015 || HTML 4.01 Strict