Footnotes

  (1)
W.S. McCulloch en W. Pitts, `A logical calculus of ideas immanent in nervous activity' (1943), herdrukt in J.A. Anderson en E. Rosenfeld, eds., Neurocomputing, Cambridge, Mass., MIT Press, 1988. Een betere uiteenzetting is te vinden in M.L. Minsky, Computation: finite and infinite machines, Englewood Cliffs, N.J., Prentice-Hall, 1967.
  (2)
J. von Neumann, `Probabilistic logics and the synthesis of reliable organisms from unreliable components' (1956), herdrukt in Von Neumann, Collected works, deel 5, Oxford, Pergamon Press, 1961.
  (3)
F. Rosenblatt, `The perceptron: a probabilistic model for information storage and organization in the brain' (1958), herdrukt in Anderson en Rosenfeld, op. cit.
  (4)
D.O. Hebb, The organization of behavior, New York, Wiley, 1949.
  (5)
Geciteerd in Anderson en Rosenfeld, op. cit., blz. 157.
  (6)
M.L. Minsky en S.A. Papert, Perceptrons: an introduction to computational geometry (1969), 2nd pr. Cambridge, Mass., MIT Press, 1988.
  (7)
Een nog steeds lezenswaardig overzicht van het netwerk-onderzoek in deze periode is te vinden in J. Singh, Great ideas in information theory, language and cybernetics, New York, Dover, 1966.
  (8)
Yann le Cun, `A theoretical framework for back-propagation', in D. Touretzky, G. Hinton and T. Sejnowksi, eds., Proceedings of the 1988 Connectionist models summer school, San Mateo, Ca., 1989, p. 21-28, traceert de geschiedenis van de backpropagation leerregel tot in de jaren vijftig. Aan de door hem besproken auteurs dient toegevoegd te worden P.J. Werbos, Beyond regression: new tools for prediction and analysis in the behavioral sciences, Ph.D. Thesis, Harvard University, Cambridge, Mass., 1974.
  (9)
D.E. Rumelhart, G.E. Hinton, en R.J. Williams, `Learning internal representations by error propagation' (1986), herdrukt in Anderson en Rosenfeld, op. cit.
  (10)
T.J. Sejnowski en C.R. Rosenberg, `Parallel networks that learn to pronounce English text', Complex systems 1 (1987), 145-168.
  (11)
De Duits versie van NetTalk heet `NetzSprache', een Koreaanse variant is te vinden in J.W. Yang en D.H. Kim, `A neural network for converting Korean words into phonetic symbols', in L. Personnaz en G. Dreyfus, eds., Neural networks: from models to applications, Paris, IDSET, 1989, 551-559.
  (12)
Een aan NetTalk verwant netwerk dat Nederlandse klinkers leerde herkennen wordt geanalyseerd in C. Kamm en L.A. Streeter, `Interpreting the hidden layer in a neural network for a speech recognition task' (1989), in Personnaz en Dreyfus, op. cit.
  (13)
J.J. Hopfield, `Neural networks and physical systems with emergent collective computational abilities' (1982), herdrukt in Anderson en Rosenfeld, op. cit.
  (14)
D.W. Tank en J.J. Hopfield, `Collective computation in neuronlike circuits', Scientific American 257 nr. 6 (December 1987), 62-70.
  (15)
D.H. Ackley, G.E. Hinton en T.J. Sejnowski, `A learning algorithm for Boltzmann machines' (1985), herdrukt in Anderson en Rosenfeld, op. cit.
  (16)
F.H.C. Crick, `The recent excitement about neural networks', Nature 337 (1989), 129-132.
  (17)
S. Grossberg, Studies of mind and brain, Dordrecht, Reidel, 1982. S. Grossberg, ed., The adaptive brain (2 delen), Amsterdam, Elsevier/North-Holland, 1987, Neural networks and natural intelligence, Cambridge, Mass., MIT Press, 1988.
  (18)
Natuurlijke neurale netwerken worden ondermeer besproken in R. Durbin, C. Miall en G. Mitchison, eds., The computing neuron, Wokingham, Addison-Wesley, 1989, en in L. Nadel, L.A. Cooper, P. Culicover en R.M. Harnish, eds., Neural connections, mental computation, Cambridge, Mass., MIT Press, 1989.
  (19)
Technische toepassingen worden besproken in Artificial neural systems, themanummer van Computer, vol. 21 no. 3, March 1988.
  (20)
C. Mead, Analog VLSI and neural systems. Reading, Mass., Addison-Wesley, 1989.
  (21)
Persoonlijke mededeling aan C. Mead, geciteerd in Mead, op. cit., blz. 4.
  (22)
Een goed overzicht van vele soorten neurale netwerken is te vinden in T. Khanna, Foundations of neural networks, Reading, Mass., Addison-Wesley, 1990.
  (23)
De klassieke inleiding in psychologische toepassingen van neurale netwerken is D.E. Rumelhart, J.L. McClelland and the PDP Research Group, Parallel distributed processing: explorations in the microstructure of cognition (2 delen), Cambridge, Mass., MIT Press, 1986, later aangevuld met J.L. McClelland en D.E. Rumelhart, Explorations in Parallel Distributed Processing. Cambridge, Mass., MIT Press, 1988.
  (24)
D. Rumelhart en J. McClelland, `On learning the past tenses of English verbs', in Rumelhart en McClelland, op. cit.
  (25)
S. Pinker en A. Prince, `On language and connectionism: analysis of a parallel distributed processing model of language acquisition', Cognition 28 (1988), 73-193, en J. Lachter en T.G. Bever, `The relation between linguistic structure and associative theories of language learning: a constructive critique of some connectionist learning models', Cognition 28 (1988), 195-247.
  (26)
Een uitvoerige verdediging van deze stelling is geleverd door A. Cussins, `The connectionist construction of concepts', te verschijnen, besproken in A. Shawky en J. Schopman, `The treatment of concepts in connectionism', in Workshop on Neural Networks (27 Feb. 1989), Publication Series Dept. of Epistemology and Philosophy of Science, Faculty of Philosophy, Rijksuniversiteit Utrecht, vol. 24.
  (27)
Zie bijvoorbeeld de talloze geschriften van mevrouw P. Churchland, geboren Smith. Het dikste is Neurophilosophy, Cambridge Mass., MIT Press, 1986.
  (28)
Een inleiding in de filosofische aspecten van het connectionisme (die ik niet aanbeveel) is A. Clark, Microcognition: philosophy, cognitive science, and parallel distributed processing, Cambridge, Mass., MIT Press, 1989.
  (29)
J.A. Fodor en Z.W. Pylyshyn, `Connectionism and cognitive architecture', Cognition 28 (1988), 3-72.
  (30)
H. Putnam, `Minds and machines', in S. Hook, ed., Dimensions of mind, New York, New York U.P., 1960.
  (31)
Fodor en Pylyshyn, op. cit.
  (32)
H. Field, `Mental representation', Erkenntnis 13 (1978), 9-61.
  (33)
J. Barwise, `Information and circumstance', en `Unburdening the language of thought', herdrukt in Barwise, The situation in logic, Stanford, Ca., CSLI Publications, 1989.
  (34)
D. Hofstadter, `Waking up from the Boolean dream', in Metamagical themas, New York, Basic Books, 1985.
  (35)
W. Bechtel, lezing op het Laboratorium voor Kunstmatige Intelligentie van de Vrije Universiteit Brussel, december 1989.
  (36)
D. Marr, `Artificial intelligence: a personal view', in J. Haugeland, ed., Mind design, Cambridge, Mass., MIT Press, 1977, citaat op blz. 140.
  (37)
M. Frixione, G. Spinelli en S. Gaglio, `Symbols and subsymbols for representing knowledge: a catalogue raisonné', in Proceedings 11th International Joint Conference on Artificial Intelligence, Detroit, Mich., August, 1989, Vol. 1, San Mateo, Ca., Morgan Kaufmann, 1989, 3-7.
  (38)
L.J.J. Wittgenstein, Notes on logic (1913), in Notebooks 1914-1916, 2nd ed., edited by G.H. von Wright and G.E.M. Anscombe, Oxford, Blackwell, 1979, citaat op blz. 97.
  (39)
S.A. Kripke, Wittgenstein on rules and private language, Cambridge, Mass., Harvard U.P., 1982.
  (40)
H.-N. Castañeda, persoonlijke mededeling, december 1989.
  (41)
D.C. Dennett, lezing Medische Faculteit Erasmus Universiteit Rotterdam, november 1987.
  (42)
P. Smolensky, `On the proper treatment of connectionism', Behavioral and Brain Sciences 11 (1988), 1-74.
  (43)
Brainmaker: neural network simulation software, Sierra Madre, Ca., California Scientific Software, 1988.
  (44)
Zie G.J.C. Lokhorst, `Is de mens een eindige automaat?', in Cogito ergo Sum III. F. Geraedts (red.). Historische uitgeverij Groningen, 1990, `De uiterste grenzen van het denken, oftewel: Wat voor soort computers zijn mensen?', te verschijnen in de handelingen van de Filosofiedag Gent 1990, en `The analog revolution in cognitive science', te verschijnen in Proceedings 9th International Congress of Logic, Methodology and Philosophy of Science, Uppsala 1991.
  (45)
De eerste studie van het McCulloch-Pitts netwerk als eindige automaat is S.C. Kleene, `Representation of events in nerve nets and finite automata', in C.E. Shannon en J. McCarthy, eds., Automata studies, Princeton, N.J., Princeton, U.P., 1956, 3-41. Kleene bewijst dat eindige automaten slechts bepaalde soorten verzamelingen van reeksen symbolen kunnen herkennen en produceren, de zogenaamde `reguliere verzamelingen' of `reguliere talen'. Zie ook Minsky, op. cit.
  (46)
Minsky, op. cit., blz. 277-280.
  (47)
Men kan de constructie in Minsky, op. cit., blz. 55-58, gebruiken.
  (48)
Minsky, op. cit.
  (49)
Smolensky, op. cit., blz. 3.
  (50)
M. Lockwood, Mind, brain and the quantum: the compound `I', Oxford, Blackwell, 1989, hfdst. 7.
  (51)
J. Foss, `The percept and vector function theories of the brain', Philosophy of Science 55 (1988), 511-537.
  (52)
Zie bijvoorbeeld D. Lewis, `An argument for the identity theory' (1966), herdrukt in Lewis, Philosophical papers, vol. 1, New York, Oxford U.P., 1983, en D.M. Armstrong, A materialist theory of the mind, London, Routledge and Kegan Paul, 1968.
  (53)
J.R. Searle, `Is the brain's mind a computer program?', Scientific American 262 nr. 1 (Jan., 1990), 20-25, en P.M. Churchland en P. Smith Churchland, `Could a machine think?', ibid., 26-31.
  (54)
De misvatting dat het connectionisme ontsnapt aan Searle's Chinese kamer is al eerder verkondigd in H. Schermer, Between mind and brain: symbolist and connectionist models compared, Doctoraalscriptie Erasmus Universiteit Rotterdam, 1989.
  (55)
Het verschil tussen fysische, causale nabootsing en functionele, wetmatige nabootsing correspondeert met het verschil tussen de identificatie van mentale toestanden met causaal gedefinieerde toestanden enerzijds en hun identificatie met functioneel gedefinieerde toestanden anderzijds. De eerste identificatie kwamen we tegen bij Lewis en Armstrong, de tweede bij Putnams Turing machine functionalisme. Het belang van het onderscheid wordt ook benadrukt in R.C. Johnson en C. Brown, Cognizers: neural networks and machines that think, New York, Wiley, 1988.
  (56)
Een connectionistische implementatie van semantische netwerken (een alternatief voor niet-monotone logica's) is te vinden in L. Shastri, Semantic networks: an evidential formalization and its connectionist realization, London, Pitman, en Los Altos, Ca., Morgan Kaufmann, 1988.

Previous | Up | Next

gjclokhorst@gmail.com || July 17, 2015 || HTML 4.01 Strict