DE NEURONALE BASIS VAN EMOTIES

Gert-Jan C. Lokhorst

1998

G.J.C. Lokhorst. Recensie van J. E. LeDoux, The emotional brain. NeuroPraxis, 2 (5): 195-196, 1998. ISSN 1387-5817.

In The emotional brain geeft de bekende hersenonderzoeker Joseph LeDoux een gemakkelijk leesbaar overzicht van wat er tegenwoordig over de neurobiologische basis van emoties bekend is.

Er blijkt gedurende de laatste decennia veel vooruitgang op dit terrein te zijn geboekt. Zo heeft men gedurende lange tijd in het bestaan geloofd van het zogeheten "limbische systeem", een anatomisch duidelijk onderscheidbaar subsysteem van de hersenen dat verantwoordelijk zou zijn voor al onze emoties. Piet Vroon populariseerde dit idee negen jaar geleden nog in zijn De tranen van de krokodil. Serieuze onderzoekers blijken deze theorie inmiddels echter te hebben verlaten. Er is eenvoudigweg geen anatomisch duidelijk af te bakenen deel van de hersenen dat aan alle emoties ten grondslag ligt. In de psychologie onderscheidt men tegenwoordig vaak acht basisemoties, namelijk angst, verbazing, bedroefdheid, walging, woede, verwachting, vreugde en aanvaarding. Het ziet er naar uit dat deze acht emoties met minstens even veel verschillende subsystemen van de hersenen samenhangen, subsystemen die geen van alle een zuiver emotionele functie hebben.

In zijn boek besteedt LeDoux de meeste aandacht aan de eerstgenoemde basisemotie, angst (schrik, vrees). Deze emotie en de ermee gepaard gaande reacties lijken voornamelijk te maken te hebben met de amygdala, een amandelvormig gebiedje in het vooronder van de grote hersenen dat vroeger tot het limbische systeem werd gerekend. De amygdala blijkt een tamelijk eigengereid personage te zijn. Met gote snelheid beoordeelt ze situaties op bedreigendheid. Door de snelheid waarmee ze dat doet kan ze ons soms verbaasd doen staan. Een snelle reactie van de amygdala kan ervoor zorgen dat we al aan een levensbedreigende situatie zijn ontsnapt voordat we ons ervan bewust worden dat we ons in zo'n situatie bevinden. Het evolutionaire nut van een dergelijke snelle respons zal duidelijk zijn. In de haast gaat er echter ook weleens wat mis. De amygdala werkt "quick and dirty" en neemt daardoor ook weleens de verkeerde beslissingen. Dit zien we bijvoorbeeld wanneer we onwillekeurig terugdeinzen als een gifslang naar ons uitvalt, ook als het duidelijk is dat het beest zich achter een dikke laag glas bevindt. Ongefundeerde paniek-aanvallen, post-traumatische stress en fobieën berusten waarschijnlijk eveneens op ontoepasselijke reacties van de amygdala.

De amygdala heeft een grote invloed op het functioneren van de rest van de hersenen, maar kan zelf vaak maar moeilijk beïnvloed worden. Dit hangt waarschijnlijk samen met de bedrading van de hersenen: vanuit de amygdala lopen er vele verbindingen naar alle delen van de hersenen, maar er lopen relatief weinig verbindingen vanuit de hersenschors naar de amygdala. We raken dan ook relatief gemakkelijk overmand door angst, terwijl we er anderzijds vaak maar nauwelijks in slagen om onze angst te onderdrukken, hoezeer we ons daartoe ook inspannen. Iedereen die aan een fobie lijdt kan hiervan getuigen. Dit aspect van de bedrading van de hersenen zou ook kunnen verklaren waarom post-traumatische stress en fobieën zo moeilijk te bestrijden zijn.

Een curieus aspect van het boek van LeDoux is dat hij het nauwelijks over de bewuste gevoelens heeft waarmee emoties gepaard kunnen gaan. Hij meent dat emoties heel goed bestudeerd kunnen worden zonder acht te slaan op de bewuste gevoelens waartoe ze al dan niet leiden. LeDoux beschouwt emoties als objectief bestudeerbare fysiologische processen; dat ze soms met subjectieve bewustzijnsverschijnselen samengaan acht hij van secundair belang. Het is de taak van een theorie over het bewustzijn, niet die van een theorie over emoties, om te verklaren hoe emoties tot bewuste gevoelens kunnen leiden. LeDoux voelt zich zelf niet geroepen om een dergelijke theorie over het bewustzijn op te stellen.

In filosofisch opzicht heeft LeDoux dus weinig te bieden. Maar zijn strategie is vanuit methodologisch oogpunt natuurlijk alleszins verdedigbaar. Men kan niet alle problemen tegelijk te lijf gaan; het is verstandig om zich in eerste instantie tot relatief gemakkelijk bestudeerbare objectieve verschijnselen te beperken.

Van de hierboven genoemde acht basisemoties, gaat LeDoux eigenlijk alleen uitgebreid in op angst en schrik. Hij besteedt echter wel veel aandacht aan algemene theorieën over de emoties. Hij laat de gehele twintigste-eeuwse geschiedenis van het onderwerp de revue passeren, te beginnen bij de nog steeds interessante James-Lange theorie, volgens welke emoties niet de oorzaken, maar de gevolgen zijn van de bijbehorende fysiologische reacties. (Vreugde is niet de oorzaak, maar het gevolg van lachen.) Ook komen alle relevante moderne wetenschappelijke benaderingen aan bod. Of het nu om de cognitieve psychologie gaat of om neurotransmitters, het connectionisme, de psychoanalyse ("just another way to rewire the brain") of het sociale constructivisme (een stroming waarin emoties als culturele in plaats van biologische produkten worden beschouwd), ieder terrein krijgt de (soms zeer kritische) bespreking die het verdient.

Het boek van LeDoux is dan ook verplichte literatuur voor eenieder die zich met de theorievorming op het gebied van de emoties bezighoudt, zich in de dagelijkse praktijk met emotionele stoornissen geconfronteerd ziet, of zich bezighoudt met het manipuleren van emoties. (In verband met het laatste onderwerp is het van belang om te weten dat LeDoux oorspronkelijk bedrijfskundige was en in die tijd geïnteresseerd was in de psychologie van de reclame, waarin de manipulatie van emoties natuurlijk een belangrijke rol speelt. Hij wendde zich tot de neurowetenschappen omdat hij de bedrijfskunde al snel volslagen oninteressant begon te vinden.) Daarnaast is het boek natuurlijk de moeite waard voor eenieder die nieuwsgierig is naar de herkomst van zijn of haar eigen emoties.

Het boek van LeDoux wordt in de pers over het algemeen positiever beoordeeld dan het vergelijkbare boek van Antonio Damasio, Descartes' error: emotion, reason and the human brain (New York 1994). LeDoux is eenvoudigweg een grotere autoriteit op zijn gebied. Het is dan ook jammer dat het boek van Damasio wél in het Nederlands vertaald is, terwijl er geen uitzicht bestaat op een vertaling van het boek van LeDoux. Gelukkig is The emotional brain zojuist in een goedkope paperback-uitgave verschenen, zodat het zijn weg ook in ons land wel zal vinden.


Previous | Up | Next

gjclokhorst@gmail.com || July 17, 2015 || HTML 4.01 Strict